La proposition de loi vise donc à mettre fin à des situations dans lesquelles certains centres publics d'aide sociale refusent ou à tout le moins limitent ce libre choix, arguant qu'ils doivent pouvoir contrôler les interventions financières qu'ils accordent pour les soins de santé, alors même que le professionnel choisi par le patient demande des honoraires tout-à-fait raisonnables et correspondant aux tarifs des conventions INAMI.
Het wetsvoorstel strekt dus om een einde te maken aan situaties waarin bepaalde openbare centra voor maatschappelijk welzijn die vrije keuze weigeren of op zijn minst beperken, onder het voorwendsel dat ze de financiële tegemoetkomingen die ze inzake gezondheidszorg toekennen, in de hand moeten kunnen houden, terwijl de beroepsbeoefenaar die de patiënt gekozen heeft volstrekt redelijke honoraria vraagt, die overeenstemmen met de tarieven van de RIZIV-overeenkomsten.