Par ailleurs, la proposition de loi 4-10 se limite à insérer dans un article ouvert du Code civil (article 2255) un régime spécial selon lequel la prescription ne court pas à l'égard des actions en réparation d'un dommage formées au motif d'illicéité d'actes juridiques administratifs pendant la période où la requête en annulation des actes juridiques administratifs en question est pendante devant le Conseil d'État.
Verder beperkt het wetsvoorstel 4-10 zich tot een invoeging van een bijzondere regeling in een openstaand artikel van het Burgerlijk Wetboek (artikel 2255) die stelt dat de verjaring niet loopt ten aanzien van rechtsvorderingen tot vergoeding van schade op grond van onwettige administratieve overheidshandelingen gedurende de aanhangigheid bij de Raad van State van het verzoek tot vernietiging van deze administratieve rechtshandelingen.