2. Sous réserve des dispositions de l'article 7, paragraphe 3, l'imposition d'un établissement stable qu'une entreprise d'un État contractant a dans l'autre État contractant n'est pas établie dans cet autre État d'une façon moins favorable que l'imposition des entreprises de cet autre État qui exercent la même activité et se trouvent dans la même situation et dans les mêmes conditions.
2. Onder voorbehoud van de bepalingen van artikel 7, paragraaf 3, is de belastingheffing van een vaste inrichting die een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat in de andere overeenkomstsluitende Staat heeft, in die andere Staat niet ongunstiger dan de belastingheffing van ondernemingen van die andere Staat die, onder gelijke omstandigheden en op dezelfde voorwaarden, dezelfde werkzaamheden uitoefenen.