En vertu du paragraphe 1, lorsqu'une personne estime que les mesures prises par un État contractant ou par les deux États contractants entraînent (ou entraîne
ront) pour elle une imposition non conforme aux dispositions de la Convention, cette personne a le droit, indépendamment des recours prévus par le droit interne de ces États, de soumettre son cas, dan
s les trois ans qui suivent la première notification de ces mesures, aux autorités compétentes de l'État contractant dont elle est un résident ou si son cas relève de l'article 26,
...[+++] paragraphe 1 dont elle possède la nationalité.Ingevolge paragraaf 1 heeft een persoon die van oordeel is dat de maatregelen van een of van beide verdragsluitende Staten voor hem (zullen) leiden tot een belastingheffing die niet in overeenstemming is met de bepalingen van het verdrag, ongeacht de rechtsmiddelen waarin de nationale wet- en regelgeving van de Staten voorziet, de bevoegdheid om binnen drie jaar nadat deze maatregelen voor het eerst aan hem ter kennis zijn gebracht zijn geval voor te leggen aan de bevoegde autoriteiten van de verdragsluitende Staat waarvan hij inwoner of indien zijn geval onder paragraaf 1 van artikel 26 ressorteert waarvan hij onderdaan is.