Une demande d'indemnisation peut être introduite par toute personne possédant ou ayant possédé la nationalité belge et ayant subi un préjudice financier à la suite d'une condamnation ou d'une sanction infligée du chef d'actes d'incivisme prétendument perpétrés entre le 10 mai 1940 et le 8 mai 1945.
Een aanvraag tot schadeloosstelling kan worden ingediend door elke persoon die de Belgische nationaliteit bezit of bezeten heeft en die financiële schade geleden heeft ten gevolge van een veroordeling of sanctie wegens vermeende daden van incivisme tijdens de periode van 10 mei 1940 tot 8 mei 1945.