Cette disposition, tirée de l'article 235 du Code d'Instruction criminelle, consacre le droit d'évocation de la chambre des mises en accusation dès qu'elle est saisie à quelque titre que ce soit, elle peut d'office, avant le règlement de la procédure, qu'il y ait ou non une instruction commencée par les premiers juges, ordonner des poursuites, se faire apporter des pièces, informer ou se faire informer, et statuer ensuite ce qu'il appartiendra.
Deze aan artikel 235 van het Wetboek van Strafvordering ontleende bepaling heeft betrekking op het evocatierecht van de kamer van inbeschuldigingstelling : zodra een zaak bij haar aanhangig is gemaakt, in welke hoedanigheid ook, kan zij, vóór de regeling van de rechtspleging, ongeacht of de eerste rechters al dan niet een onderzoek hebben ingesteld, ambtshalve vervolgingen gelasten, zich de stukken doen overleggen, de zaak onderzoeken of doen onderzoeken, en daarna beschikken zoals het behoort.