Il est constaté, dans une troisième branche du moyen, que l'article 90ter, § 1, alinéa 3, du Code d'instruction criminelle définit de manière claire et restrictive les personnes, moyens, communications et lieux à l'égard desquels l'écoute, la prise de connaissance et l'enregistrement des communications sont possibles, ce qui implique une protection contre les écoutes dites « exploratoires ».
In een derde onderdeel van het middel wordt vastgesteld dat artikel 90ter, § 1, derde lid, van het Wetboek van strafvordering op duidelijke en restrictieve wijze de personen, middelen, communicaties en plaatsen definieert ten aanzien waarvan het afluisteren, het kennisnemen en het registreren van de communicaties mogelijk zijn, hetgeen een bescherming inhoudt tegen het zogenaamd « verkennend afluisteren ».