8. reconnaît le statut et les besoins spécifiques de certaines régions de par leur situation géographique, le changement démographique ou des contraintes spécifiques, comme leur environnement naturel, mais accorde également une attention toute particulière à leurs potentiels; demande, comme par le passé, de conserver les subventions préférentielles, la flexibilité et une dotation budgétaire spéciale pour les types de régions qualifiées de particulièrement défavorisées indiquées aux articles 349 et 174 du traité sur le fonctionnement de l'Union européenne (régions ultrapériphériques, y compris rurales, régions nordiques très peu peuplées affectées par les longues distances et les conditions climatiques nordiques, et régions insulaires, mont
...[+++]agneuses ou frontalières) en appliquant des conditions plus favorables aux investissements réalisés dans ces régions, au moyen d'aides directes ou d'exonérations fiscales; appelle également de ses vœux le maintien ou l'institution de certaines préférences en faveur de ces types de régions, afin que l'utilisation des instruments de la politique de cohésion soit adaptée à leurs économies, vu l'importance de leurs petites et moyennes entreprises et leur besoin de compétitivité et d'égalité des chances pour insérer leurs économies dans le marché intérieur de l'UE; 8. erkent de bijzondere status en behoeften van bepaalde regio's die voortvloeien uit hun geografische situatie, demografische veranderingen of specifieke beperkingen zoals hun natuurlijke omgeving, waarbij ook
de nodige aandacht moet worden besteed aan hun potentieel; dringt eens te meer aan op handhaving van bepaalde vormen van preferentie, flexibiliteit en speciale begrotingsfinanciering voor deze categorieën regio's, met name die welke zijn bedoeld in de artikelen 349 en 174 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, te weten regio's die bijzonder zijn benadeeld (zoals ultraperifere gebieden, met inbegrip van lande
...[+++]lijke ultraperifere gebieden, zeer dun bevolkte regio's in het hoge noorden die o.a. te kampen hebben met lange afstanden en een noordelijk klimaat, alsmede insulaire, berg- en grensoverschrijdende regio's), waarbij gunstiger voorwaarden kunnen worden bedongen voor investeringen in deze regio's door middel van directe steun of belastingvrijstellingen; dringt er tevens op aan dat wordt uitgezocht in hoeverre er voor deze categorieën regio's bepaalde preferenties kunnen worden gehandhaafd of gecreëerd om te waarborgen dat de te gebruiken cohesiebeleidsinstrumenten zijn aangepast aan hun economieën, onder inachtneming van de rol van hun kleine en middelgrote ondernemingen en van de noodzaak hun concurrentievermogen en gelijke kansen te vrijwaren, zodat zij een integraal onderdeel van de interne markt van de EU gaan uitmaken;