Chaque État membre devrait conserver le droit de réglementer ou d’interdire le transport de marchandises dangereuses sur son territoire, pour des motifs autres que la sécurité, par exemple des motifs de sécurité nationale ou de protection de l’environnement.
Elke lidstaat dient het recht te behouden om op andere gronden dan veiligheid, zoals nationale beveiliging of milieubescherming, het vervoer van gevaarlijke goederen op hun grondgebied te regelen of te verbieden.