En vertu de la jurisprudence constante, pour qu’il y ait aide d’État, il faut que les quatre conditions énoncées à l’article 61, paragraphe 1, de l’accord EEE soient réunies (34): 1) il doit s'agir d'une intervention de l'État ou au moyen de ressources d'État; 2) cette intervention doit conférer un avantage sélectif aux bénéficiaires; 3) elle doit fausser ou menacer de fausser la concurrence et 4) pour tomber sous le coup de l’interdiction énoncée à l’article 61, paragraphe 1, de l'accord EEE, la mesure d'aide doit affecter les échanges entre les parties contractantes.
Om een regeling als steunregeling aan te merken moeten volgens vaste rechtspraak de vier voorwaarden van artikel 61, lid 1, van de EER-Overeenkomst vervuld zijn (34): i) het moet gaan om een maatregel van de Staat of met staatsmiddelen bekostigd, ii) de maatregel moet de begunstigden een selectief voordeel verschaffen, iii) hij moet de mededinging vervalsen of dreigen vervalsen, en iv) hij moet het handelsverkeer tussen de overeenkomstsluitende partijen ongunstig beïnvloeden, teneinde onder het verbod van artikel 61, lid 1, van de EER-Overeenkomst te vallen.