Pour faire valoir ce droit de « garantie de gain financier », la personne qui commence un travail, et qui bénéficiait auparavant d'indemnités de chômage ou du revenu d'intégration sociale, doit se rendre à l'ONEM ou au CPAS, selon le cas, et démontrer, preuves à l'appui, que son gain financier est inférieur à 20 % depuis qu'elle a commencé son activité professionnelle, par rapport à sa situation antérieure.
Om dat recht op een « financieel voordeel » te doen gelden, moet iemand die aan de slag gaat en die voordien werkloosheidsvergoedingen of een leefloon genoot, zich naargelang het geval naar de RVA of het OCMW begeven, en aan de hand van bewijzen ter staving aantonen dat zijn financieel voordeel in verhouding tot zijn vorige situatie lager dan 20 % ligt sinds hij beroepsmatig aan het werk is gegaan.