Conformément à l'article 10, 1º, de l'arrêté royal nº 3 du 10 décembre 1969 relatif aux déductions pour l'application de la taxe sur la valeur ajoutée, la révision doit, en effet, être opérée lorsqu'un bien d'investissement est affecté, en tout ou en partie, à un usage privé ou à la réalisation d'opérations qui n'ouvrent pas droit à déduction, telle, en l'espèce, la location immobilière.
Overeenkomstig artikel 10, 1º, van het koninklijk besluit nr. 3 van 10 december 1969 met betrekking tot de aftrekregeling voor de toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde, moet de herziening immers worden verricht wanneer een bedrijfsmiddel, geheel of gedeeltelijk, wordt gebruikt voor privé-doeleinden of ter verwezenlijking van handelingen die geen recht op aftrek verlenen, zoals in onderhavig geval bij onroerende verhuur.