« 22. d'oeuvrer au réexamen de l'accord sur les aspects des droits de propriété intellectuelle qui touchent au commerce (ADPIC) pour promouvoir le partage et la plus large circulation possible des connaissances concernant les progrès des sciences et des technologies, ainsi que le partage des bienfaits qui en découlent, en particulier avec les pays en développement; de promouvoir l'assouplissement des conditions d'octroi de brevets de fabrication pour les pays en développement; de veiller à distinguer clairement les notions d'« invention » et de « découverte » afin de limiter l'octroi de brevets aux « inventions »; de réévaluer le contrôle que les phytogén
...[+++]éticiens privés exercent sur les plantes et les graines et qui fait obstacles aux doits et pratiques des agriculteurs, lesquels sont indispensables à la sécurité alimentaire dans le tiers monde, tels que le fait de récolter les semences provenant d'une récolte pour les replanter l'année suivante ou pour en faire la vente et l'échange sur les marchés locaux; de veiller toujours en premier lieu à préserver la santé publique et mettre les règles de l'OMC en conformité avec la Convention internationale sur la biodiversité; ». « 22. te ijveren voor het opnieuw onderzoe
ken van het akkoord over de aspecten van intellectuele eigendom die te maken hebben met handel (TRIPS) om het delen en de grootst mogelijke circulatie van kennis betreffende de vooruitgang van de wetenschap en de technologie te bevorderen, alsook het delen van de weldaden die hieruit voortvloeien, in het bijzonder met de ontwikkelingslanden; de versoepeling van de voorwaarden voor het toekennen van octrooien voor vervaardigingsbrevetten voor de ontwikkelingslanden te bevorderen; erop toe te zien dat er een duidelijk onderscheid wordt gemaakt tussen de noties « uitvinding » en « ontdekking » om
...[+++]de toekenning van brevetten voor « uitvindingen » te beperken; de controle te herzien die de privé-fytogenetici uitoefenen op de planten en de korrels en die de rechten en de praktijk van de landbouwers in de weg staat, die nochtans onontbeerlijk zijn voor de voedselveiligheid in de derde wereld, zoals het feit dat er zaden voortkomend van een ogst om ze het volgend jaar te herplanten of om ze te verkopen en uit te wisselen op de plaatselijke markten; er steeds in de eerste plaats op toe te zien dat de volksgezondheid niet in het gedrang komt en de regels van de WTO in overeenstemming te brengen met de Internationale Conventie inzake biodiversiteit; ».