7. Lorsqu’une autorité de l’État d’exécution qui reçoit un jugement et, le cas échéant, une décision de probation, accompagné(s) du certificat visé au paragraphe 1, n’est pas compétente pour le reconnaître et pour prendre les mesures consécutives aux fins de la surveillance de la mesure de probation ou de la peine de substitution, elle le transmet d’office à l’autorité compétente et en informe sans délai l’autorité compétente de l’État d’émission, par tout moyen laissant une trace écrite.
7. Indien de autoriteit van de tenuitvoerleggingsstaat die een vonnis, en, in voorkomend geval, een proeftijdbeslissing, tezamen met het in lid 1 bedoelde certificaat, ontvangt, niet bevoegd is om het vonnis te erkennen en de daaruit voortvloeiende, voor het toezicht op de proeftijdvoorwaarden of alternatieve straffen vereiste maatregelen te nemen, zendt zij het vonnis ambtshalve aan de bevoegde autoriteit toe en stelt zij de bevoegde autoriteit van de beslissingsstaat hiervan onverwijld in kennis, op een zodanige wijze dat de kennisgeving schriftelijk kan worden vastgelegd.