Il ressort des faits de la cause et des motifs de la décision de renvoi que le litige devant le Conseil d'Etat concerne un enfant mineur étranger qui, alors qu'il est dans un des cas visés par l'article 10, 4°, de la loi du 15 décembre 1980, se trouve dans des circonstances exceptionnelles d'ordre médical qui l'empêchent de retourner dans son pays afin d'y demander les documents requis pour son entrée auprès du poste diplomatique ou consulaire belge compétent.
Uit de feiten van de zaak en de motivering van de verwijzingsbeslissing blijkt dat het geschil voor de Raad van State betrekking heeft op een minderjarige vreemdeling die, terwijl hij zich bevindt in één van de gevallen bedoeld in artikel 10, 4°, van de wet van 15 december 1980, in buitengewone omstandigheden van medische aard verkeert die hem verhinderen naar zijn land terug te keren om daar de documenten die vereist zijn voor zijn binnenkomst, aan te vragen bij de bevoegde Belgische diplomatieke of consulaire post.