2. À la demande du débiteur, l’autorité compétente de l’État membre d’exécution refuse, intégralement ou partiellement, l’exécution de la décision de la juridiction d’origine lorsque le droit d’obtenir l’exécution de la décision de la juridiction d’origine est prescrit, aux termes de la loi de l’État membre d’origine ou de l’État membre d’exécution, le plus long délai de prescription étant retenu.
2. Op verzoek van de onderhoudsplichtige weigert de bevoegde autoriteit van de lidstaat van tenuitvoerlegging de tenuitvoerlegging van de beslissing van het gerecht van herkomst geheel of gedeeltelijk, indien het recht om de beslissing van het gerecht van herkomst ten uitvoer te leggen, is verjaard, hetzij volgens het recht van de lidstaat van herkomst, hetzij volgens het recht van de lidstaat van tenuitvoerlegging, waarbij de langste termijn geldt.