Art. 15. Les congés et absences dans le cadre de l'arrêté royal du 16 mars 2001 relatif aux congés et aux absences accordés à certains membres du personnel des services qui assistent le pouvoir judiciaire pris avant la date de la mobilité intrafédérale sont assimilés aux congés et absences équivalents qui, selon la réglementation applicable au sein du service fédéral, peuvent être octroyés.
Art. 15. De verloven en afwezigheden opgenomen in het kader van het koninklijk besluit van 16 maart 2001 betreffende de verloven en de afwezigheden van de personeelsleden die de rechterlijke macht terzijde staan, opgenomen voor de datum van de intrafederale mobiliteit, worden gelijkgesteld met de gelijkwaardige verloven en afwezigheden die, volgens de van toepassing zijnde regelgeving bij de federale dienst, kunnen worden toegekend.