Le critère adopté pour les demandes conjointes, énoncé au quatrième tiret, a aussi fait
l'objet d'un large consensus, la demande pouvant être introduite devant les juridictions de l'État membre sur le territoire duquel se trouve la résidence habituelle de l'un ou l'autre époux. S'agissant là aussi d'une différence par rapport à la convention de Bruxelles de 1968, il faut souligner le rôle restreint de la volonté des époux, qui ne se manifeste que sous cette forme limitée; il est logique
qu'il en soit ainsi puisque la disposition conc ...[+++]erne les litiges en matière matrimoniale.
Er was eveneens een brede consensus voor het criterium dat is aangenomen in geval van een gemeenschappelijke vordering, genoemd in het vierde streepje, omdat de vordering voor de autoriteiten van de gewone verblijfplaats van één van beide echtgenoten kan worden ingesteld; hier dient te worden benadrukt dat, eveneens in tegenstelling tot het Verdrag van Brussel van 1968, de wil van de echtgenoten een bescheiden rol speelt en alleen hier in deze beperkte vorm naar voren komt: dat is logisch, omdat de bepaling betrekking heeft op geschillen in huwelijkszaken.