Art. 3. Une exploitation de sélection ou de multiplication n'ayant pas obtenu d'agrément zootechnique sur la base de l'article 2 de l'arrêté royal et qui souhaite mettre en incubation des oeufs à couver provenant de sa propre exploitation, dans un couvoir agréé, visé à l'article 2, § 1, alinéa deux, doit estampiller une marque indélébile sur chaque oeuf séparé.
Art. 3. Een selectie- of vermeerderingsbedrijf dat op basis van artikel 2 van het koninklijk besluit geen zoötechnische erkenning heeft, dat broedeieren, afkomstig van het eigen bedrijf, wenst in te leggen in een erkende broederij, bedoeld in artikel 2, § 1, tweede lid, moet de eieren in kwestie afzonderlijk stempelen met een onuitwisbaar merk.