Vertaling van "d'un objectif climatique unilatéral plus " (Frans → Nederlands) :

l'efficacité du présent règlement quant à sa contribution à la réalisation des objectifs d'intégration du marché à l'échéance de 2014 et de 2015, à la réalisation des objectifs climatiques et énergétiques pour 2020 et, à plus long terme, au passage à une économie sobre en carbone à l'horizon 2050.
de doeltreffendheid van deze verordening bij het helpen verwezenlijken van de in 2014 en 2015 te bereiken doelstellingen inzake marktintegratie, van de klimaat- en energiedoelstellingen voor 2020 en — op langere termijn — van het streven om in 2050 een koolstofarme economie te realiseren.

souligne qu'il convient d'établir les objectifs concernant les sources d'énergie renouvelables en fonction des objectifs climatiques convenus par les 195 pays à Paris, en décembre 2015; prend acte de la proposition du Conseil européen portant sur un objectif de 27 % d'énergie renouvelable à l'horizon 2030; rappelle que le Parlement a demandé des objectifs contraignants représentant une part d'au moins 30 % d'énergies renouvelables dans la consommation énergétique à mettre en œuvre au moyen d'objectifs nationaux afin de garantir aux investisseurs la sécurité nécessaire ainsi que de veiller à la sécurité juridique; estime que, à la lumière du récent accord COP21, il est souhaitable d'avoir une ambition beaucoup plus élevée; rappelle à cet égard que des objectifs clairs et ambitieux sont un moyen d'améliorer la sécurité et d'assurer à l'Union la position de chef de file au niveau mondial; invite la Commission à présenter un ensemble de mesures plus ambitieuses en matière de climat et d'énergie pour 2030, qui relève à au moins 30 % l'objectif de l'Union concernant les sources d'énergie renouvelables, lequel devra être réalisé par la voie d'objectifs nationaux individuels.
benadrukt dat de doelstellingen van de richtlijn hernieuwbare energie moeten worden afgestemd op de klimaatdoelstellingen die in december 2015 door 195 landen zijn overeengekomen in Parijs; neemt nota van het voorstel van de Europese Raad om tegen 2030 een aandeel van ten minste 27 % hernieuwbare energie in het energieverbruik te hebben; herinnert aan zijn vraag om bindende doelstellingen, namelijk een aandeel van ten minste 30 % hernieuwbare energie in het energieverbruik, die moeten worden gehaald middels nationale doelstellingen om te zorgen voor de noodzakelijke investerings- en rechtszekerheid; is van mening dat een aanzienlijk ambitieuzere doelstelling wenselijk is met het oog op het recente akkoord van de CoP 21; staat erop dat duidelijke en ambitieuze doelstellingen op dit vlak een middel zijn om de zekerheid te verbeteren en een leidende positie voor de EU op mondiaal niveau te waarborgen; verzoekt de Commissie dan ook om te komen met een ambitieuzer klimaat- en energiepakket voor 2030 waarmee het streefcijfer van de EU voor het aandeel van hernieuwbare energie tot ten minste 30 % wordt verhoogd en dat ten uitvoer moet worden gelegd door middel van afzonderlijke nationale doelstellingen.

salue l'engagement de la Commission en faveur des énergies renouvelables; estime, eu égard à la directive sur les énergies renouvelables, que la combinaison actuelle des objectifs nationaux contraignants, des plans nationaux pour les énergies renouvelables et de la surveillance biennale a été le facteur déterminant du développement de la capacité énergétique d'origine renouvelable dans l'Union; encourage la Commission à garantir la mise en œuvre pleine et entière de la directive sur les énergies renouvelables 2020 et à proposer un cadre législatif ambitieux après 2020; insiste, à cet égard, sur le fait qu'il est nécessaire de disposer d'un cadre réglementaire à long terme stable, comportant notamment des objectifs nationaux en matière d'énergies renouvelables qui soient cohérents avec la voie la plus efficace pour atteindre les objectifs climatiques à long terme (2050) de l'Union.
is verheugd over de toezeggingen van de Commissie op het gebied van hernieuwbare energie; is van mening dat, met betrekking tot de richtlijn hernieuwbare energie, de huidige combinatie van bindende nationale doelstellingen, nationale plannen voor hernieuwbare energie en tweejaarlijkse monitoring de belangrijkste drijvende kracht was voor de ontwikkeling van capaciteit voor hernieuwbare energie in de EU; dringt er bij de Commissie op aan om te zorgen voor de volledige tenuitvoerlegging van de richtlijn hernieuwbare energie voor 2020 en een ambitieus wettelijk kader voor te stellen voor de periode na 2020; benadrukt in dit verband dat een stabiel regelgevingskader voor de lange termijn nodig is, met inbegrip van bindende doelstellingen voor hernieuwbare energie die consistent zijn met de meest efficiënte route naar de klimaatdoelstellingen van de Unie voor de lange termijn (2050).

41. estime que toute source d'énergie à faible intensité de carbone susceptible de contribuer à la sécurité énergétique de l'Union doit être prise en considération et développée dans le respect absolu des objectifs de décarbonisation à long terme de l'Union et des objectifs pour 2030 en vue d'atteindre l'objectif climatique de l'Europe de limitation à 2 °C de la hausse des températures et de respecter la législation de l'Union en matière d'environnement et de concurrence; invite la Commission à évaluer la mise en œuvre de la directive 2009/28/CE et notamment son article 13, paragraphe 4, permettant aux États membres d'imposer l'application de niveaux minimaux d’énergie provenant de sources renouvelables dans les bâtiments neufs et dans les bâtiments qui font l’objet de travaux de rénovation importants; estime que les subventions en faveur des sources traditionnelles et la non-internalisation des externalités faussent le marché; demande dès lors à la Commission de garantir des conditions équitables et d'introduire des normes de performance pour les émissions de CO2 parallèlement aux normes de performance énergétique pour les centrales à charbon et centrales nucléaires neuves et existantes, afin d'envoyer un signal clair pour l'investissement durable, ainsi que l'abandon progressif des formes les plus polluantes et les plus dangereuses de production d'électricité;
41. is van mening dat iedere koolstofarme energiebron die kan bijdragen tot de energiezekerheid van de Unie, in aanmerking moet worden genomen en moet worden ontwikkeld met volledige inachtneming van de EU-doelstellingen voor het koolstofarm maken van de economie en de streefcijfers voor 2030 om de Europese klimaatdoelstelling van twee graden te halen, alsook van het milieu- en mededingingsbeleid van de EU; verzoekt de Commissie om een beoordeling van de tenuitvoerlegging van Richtlijn 2009/28/EG, en met name de bepaling van artikel 13, lid 4, die de lidstaten de mogelijkheid biedt om te eisen dat in nieuwe gebouwen en bestaande gebouwen die ingrijpend worden gerenoveerd minimumniveaus van energie uit hernieuwbare bronnen worden gebruikt; is van mening dat subsidies voor conventionele bronnen en de niet-internalisering van externe kosten de markt verstoren en verzoekt de Commissie derhalve te zorgen voor een gelijk speelveld en om prestatienormen voor CO2-uitstoot in te voeren, samen met normen inzake energieprestaties voor nieuwe en bestaande kolen- en kerncentrales, om een duidelijk investeringssignaal af te geven voor duurzame investeringen, alsook voor de geleidelijke afschaffing van de meest verontreinigende en gevaarlijke vormen van elektriciteitsopwekking;

63. demande l'élaboration, à l'échelon de l'Union, d'une stratégie cohérente de sécurité climatique axée sur les conséquences stratégiques et politiques du changement climatique, de sorte que l'Union puisse se préparer à l'instabilité politique provoquée par ce phénomène et y réagir et que la coopération avec les pays en développement et les pays les plus touchés par les effets du changement climatique fassent l'objet d'une attention particulière; mesure l'importance du prochain sommet de Paris sur le changement climatique; demande au SEAE d'axer prioritairement la diplomatie sur les objectifs climatiques afin de susciter l'adhésion à une accord puissant et global; demande la tenue d'un débat sur une stratégie tournée vers l'avenir pour traiter les migrations découlant du changement climatique.
63. pleit voor de uitwerking van een coherente strategie voor klimaatveiligheid op EU-niveau om in te spelen op de strategische en politieke gevolgen van de klimaatverandering, zodat de EU zich kan voorbereiden en kan reageren op geopolitieke instabiliteit als gevolg van klimaatverandering, waarbij bijzondere aandacht moet uitgaan naar de samenwerking met ontwikkelingslanden en met landen die het hardst getroffen worden door de gevolgen van de klimaatverandering; erkent het belang van de aanstaande klimaattop in Parijs; roept de EDEO op prioriteit toe te kennen aan diplomatieke activiteiten ten aanzien van klimaatdoelstellingen om steun te krijgen voor een sterke en brede overeenkomst; roept op tot een debat over een toekomstgerichte strategie om door klimaatverandering veroorzaakte migratie te kunnen aanpakken;

60. demande l'élaboration, à l'échelon de l'Union, d'une stratégie cohérente de sécurité climatique axée sur les conséquences stratégiques et politiques du changement climatique, de sorte que l'Union puisse se préparer à l'instabilité politique provoquée par ce phénomène et y réagir et que la coopération avec les pays en développement et les pays les plus touchés par les effets du changement climatique fassent l'objet d'une attention particulière; mesure l'importance du prochain sommet de Paris sur le changement climatique; demande au SEAE d'axer prioritairement la diplomatie sur les objectifs climatiques afin de susciter l'adhésion à une accord puissant et global; demande la tenue d'un débat sur une stratégie tournée vers l'avenir pour traiter les migrations découlant du changement climatique.
60. pleit voor de uitwerking van een coherente strategie voor klimaatveiligheid op EU-niveau om in te spelen op de strategische en politieke gevolgen van de klimaatverandering, zodat de EU zich kan voorbereiden en kan reageren op geopolitieke instabiliteit als gevolg van klimaatverandering, waarbij bijzondere aandacht moet uitgaan naar de samenwerking met ontwikkelingslanden en met landen die het hardst getroffen worden door de gevolgen van de klimaatverandering; erkent het belang van de aanstaande klimaattop in Parijs; roept de EDEO op prioriteit toe te kennen aan diplomatieke activiteiten ten aanzien van klimaatdoelstellingen om steun te krijgen voor een sterke en brede overeenkomst; roept op tot een debat over een toekomstgerichte strategie om door klimaatverandering veroorzaakte migratie te kunnen aanpakken;

5. souligne que, faute d'investissements plus conséquents, l'Union ne sera pas en mesure d'atteindre ses objectifs de développement durable pour Europe 2020 ni ses objectifs climatiques et énergétiques pour Europe 2030; demande dès lors à la Commission d'axer le nouveau train d'investissements sur des investissements contribuant à un développement durable et à une efficacité énergétique en promouvant les technologies les plus récentes de manière à porter au maximum son incidence à court terme sur l'activité économique et la création d'emplois, ainsi que son incidence à long terme sur la durabilité de la croissance en Europe;
5. benadrukt dat de Unie er zonder meer investeringen niet in zal slagen haar Europa 2020-doelstellingen inzake duurzame groei en haar klimaat- en energiedoelstellingen voor 2030 te halen; roept de Commissie daarom op het nieuwe investeringspakket te richten op investeringen die bijdragen tot duurzame ontwikkeling en hulpbronnenefficiëntie door de nieuwste technologieën te bevorderen, om zo de kortetermijneffecten op de economische activiteit en de werkgelegenheid en de langetermijneffecten op de duurzaamheid van de groei in Europa te maximaliseren;

La contribution fédérale au Plan national d'adaptation aux changements climatiques s'intègre dans la vision stratégique fédérale à long terme de développement durable adoptée en mai 2013, et plus particulièrement à l'objectif 32: « La Belgique sera adaptée à l'impact direct et indirect des conséquences des changements climatiques » et s'inscrit dans le cadre de la mise en oeuvre de la Stratégie nationale Adaptation adoptée en décembre 2010 par la Commission Nationale Climat.
De Federale bijdrage aan het Nationale klimaatadaptatieplan past in het kader van de strategische federale langetermijnvisie inzake duurzame ontwikkeling die werd goedgekeurd in mei 2013, en meer bepaald doelstelling 32: « België zal aangepast zijn aan de directe en indirecte gevolgen van de klimaatverandering » en ligt in de lijn van de uitvoering van de Nationale Adaptatiestrategie die in december 2010 werd aangenomen door de Nationale Klimaatcommissie.

75. souligne que le renforcement des objectifs climatiques de l'Union impliquerait des efforts et des investissements considérablement plus importants dans le développement et le déploiement rapide des technologies durables et à faible intensité de carbone, des réseaux intelligents, ainsi que dans la recherche liée à l'énergie; estime qu'il est essentiel qu'un financement approprié du plan stratégique pour les technologies énergétiques (SET) soit assuré au-delà de 2013; souligne qu'une stratégie énergétique ayant l'ambition de respecter des objectifs en matière de climat supérieurs à 20% doit se baser sur toutes les technologies respectueuses de l'environnement;
75. benadrukt dat er aan een aanscherping van de klimaatdoelstellingen van de EU aanzienlijk grotere inspanningen en investeringen zijn verbonden met betrekking tot de ontwikkeling en snelle toepassing van duurzame en koolstofarme technologieën, slimme netten en energiegerelateerd onderzoek; acht het van cruciaal belang dat er ook na 2013 voor een adequate financiering van het SET-Plan wordt gezorgd; benadrukt dat een energiestrategie met de ambitie om aan hogere klimaatdoelstellingen dan een 20%-reductie te voldoen, gebaseerd moet zijn op alle klimaatvriendelijke energietechnologieën;

Le 16 avril 2013, la Commission a adopté la stratégie de l’UE relative à l’adaptation au changement climatique, dont l’objectif est de contribuer à rendre l’Europe plus résiliente au changement climatique.
De Commissie nam op 16 april 2013 de EU-strategie voor aanpassing aan de klimaatverandering aan.