Il existerait ainsi, en ce qui concerne la preuve de l'identité, une différence de traitement non justifiée, d'une part, selon qu'il est demandé une autorisation de séjour sur la base de l'article 9ter de la loi relative aux étrangers ou qu'il est demandé une protection subsidiaire sur la base de l'article 48/4 de la même loi (premier moyen), et, d'autre part, selon qu'il est demandé une autorisation de séjour sur la base de l'article 9ter de la loi relative aux étrangers ou sur la base de l'article 9bis de cette même loi (deuxième moyen).
Aldus zou, wat het bewijs van de identiteit betreft, een onverantwoord verschil in behandeling bestaan naargelang, enerzijds, een machtiging tot verblijf wordt gevraagd op grond van artikel 9ter van de Vreemdelingenwet dan wel om subsidiaire bescherming wordt verzocht op grond van artikel 48/4 van dezelfde wet (eerste middel), en naargelang, anderzijds, een machtiging tot verblijf wordt gevraagd op grond van artikel 9ter van de Vreemdelingenwet, dan wel op grond van artikel 9bis van diezelfde wet (tweede middel).