13. rappelle qu'il appartient à chaque État membre de définir
son propre bouquet énergétique; reconnaît que la feuille de route pour l'énergie à l'horizon 2050 complète les efforts nationaux, régionaux et locaux visant à moderniser l'approvisionnement énergétique; est donc conscient de la nécessité pour les États membres de travailler ensemble sur la base d'objectifs communs; souligne en outre le rôle éminemment important que l'Union est amenée à jouer dans la
mise en œuvre d'une transformation énergétique bien ...[+++] coordonnée, interconnectée et durable, à l'échelle de l'Union – notamment pour garantir que les politiques nationales soient conformes aux objectifs et à la législation de l'Union européenne; prie instamment les États membres et la Commission de continuer à opérer des choix permettant de remplir les objectifs à long terme de l'Union en matière d'énergie et de changement climatique (comme convenu par le Conseil) dans le cadre des efforts consentis au niveau mondial, de manière sûre, compétitive, efficace sur le plan économique, durable et diverse sur le plan technologique, en limitant autant que possible les distorsions du marché, et de poursuivre leurs efforts au niveau national pour exploiter pleinement le potentiel d'économies d'énergie rentables, avec l'aide notamment des instruments financiers disponibles de l'Union; reconnaît également le mérite qu'il y aurait à développer une
approche européenne coordonnée et, le cas échéant, commune, dans le cadre de laquelle il convient d'être conscient des particularités des systèmes énergétiques de taille réduite et de la flexibilité qu'ils requièrent;
13. herinnert eraan dat het de bevoegdheid van
de lidstaten is hun eigen energiemix te bepalen; erkent dat het Stappenplan Energie 2050 de nationale, regionale en lokale inspanningen om de energievoorziening te moderniseren aanvult; erkent bijgevolg dat de lidstaten moeten samenwerken op basis van gemeenschappelijke doelstellingen; benadrukt voorts dat in de totstandbrenging van een goed gecoördineerde, EU-brede, onderling ve
rbonden en duurzame energietransformatie een bijzonder belangrijke rol is weggelegd voor de EU, die er onder
...[+++] meer voor moet zorgen dat het nationale beleid strookt met de doelstellingen en de wetgeving van de EU; vraagt de lidstaten en de Commissie opties te blijven nastreven die, als onderdeel van de mondiale inspanning, op technologisch diverse, duurzame, economisch efficiënte, concurrerende en veilige wijze aan de langetermijndoelstellingen van de EU inzake energie en klimaatverandering (zoals overeengekomen door de Raad) kunnen voldoen en die de markt daarbij zo weinig mogelijk verstoren, en op nationaal niveau inspanningen te blijven leveren om het potentieel voor kosteneffectieve energiebesparingen ten volle te benutten, onder andere ondersteund door de beschikbare financiële instrumenten van de EU; erkent tegelijk de voordelen van het ontwikkelen van een gecoördineerde en zo nodig gemeenschappelijke Europese benadering die de nodige ruimte moet laten voor de specifieke kenmerken van kleinschalige energiesystemen en de daaruit voortvloeiende behoefte aan flexibiliteit;