2º L'article 3.3 actuel de la loi est complété par les jeux (y compris les paris, les jeux de cartes et de société, et c.) occasionnels, organisés à titre de divertissement, à condition que ces derniers soient organisés tout au plus deux fois par an par un particulier, par une association de fait ou une association sans but lucratif au bénéfice d'une œuvre sociale.
2º Het huidige artikel 3.3 van de wet wordt aangevuld met de spelen (met inbegrip van de weddenschappen, de kaart- en gezelsschapsspelen, enz.) ter ontspanning en de occasionele evenementen op voorwaarde dat laatstgenoemde maximum twee keer per jaar worden georganiseerd door een particulier, een feitelijke vereniging of een vereniging zonder winstoogmerk ten behoeve van een sociaal doel.