Récemment encore, une doctrine faisant autorité a soutenu qu'une fraude fiscale ne génère pas d'avantage patrimonial délictuel dès lors que l'avantage était déjà présent dans le patrimoine et qu'il ne constitue pas davantage une économie dès lors que ce ne serait le cas que si certains coûts ne devaient effectivement pas être supportés concrètement à la suite de la fraude fiscale (par exemple, les intérêts sur un crédit utilisé).
Ook recent nog werd in gezaghebbende rechtsleer voorgehouden dat een belastingontduiking geen delictueel vermogensvoordeel genereert nu het voordeel reeds in het vermogen aanwezig was en dat het evenmin een kostenbesparing vormt nu dit enkel het geval zou zijn wanneer ingevolge de belastingontduiking in concreto bepaalde kosten effectief niet moesten worden gedragen (bijvoorbeeld intrest op een opgenomen krediet).