Même s'il y a lieu de se réjouir de l'avancée constituée par les projets de loi en discu
ssion, ceux-ci sont largement « en-dessous » de ce qui avait été discuté en commission de l'Intérieur du Sénat en février 2000 lors de l'examen de la proposition de loi visant à promouvoir la parité entre les hommes et les femmes lors des scrutins électoraux (de Mme Anne-Marie Lizin et consorts nº 2-224/1), cosignée par elle-même, et de la proposition de loi tendant à promouvoir la représentation paritaire des femmes et des hommes sur les list
es de candidats aux élections législati ...[+++]ves (de Mme de Bethune et consorts nº 2-230/1), cosignée par Mme Clothilde Nyssens.Ook al is het verheugend vast te stellen dat er vooruitgang is geboekt inzake de hier besproken wetsontwerpen, toch zijn deze ontwerpen minder belangrijk dan wat er in de commissie voor de Binnenlandse Zaken van de Senaat is besproken in februari 2000, naar aanleiding van het wetsvoorstel ter bevordering van de evenredige vertegenwoordiging van man
nen en vrouwen bij verkiezingen (van mevrouw Anne-Marie Lizin c.s., stuk Senaat, nr. 2-224/1), mede-ondertekend door spreekster en van het wetsvoorstel ter bevordering van een paritaire vertegenwoordiging van vrouwen en mannen op de kandidatenlijsten voor de parlementsverkiezingen (van mevrouw
...[+++] de Bethune c.s., stuk Senaat, nr. 2-230/1, mede-ondertekend door mevrouw Clothilde Nyssens.