Parmi les circonstances indépendantes de la volonté du contribuable, on peut ranger, par exemple, la maladie grave, l'absence de longue durée, l'ignorance manifeste des obligations fiscales, etc. Ensuite, une distinction doit être faite entre le contribuable «de bonne foi» qui, «sans intention d'éluder l'impôt», a commis une infraction simplement par erreur, négligence, imprudence, etc., et le contribuable «de mauvaise foi» qui a agi avec une intention frauduleuse.
Onder omstandigheden onafhankelijk van de wil van de belastingplichtige kan men bijvoorbeeld rekenen: zware ziekte, afwezigheid van lange duur, kennelijke onwetendheid inzake fiscale verplichtingen, enz. Vervolgens dient een onderscheid te worden gemaakt tussen de belastingplichtige «ter goeder trouw» die «zonder opzet de belasting te ontduiken» slechts bij vergissing, nalatigheid, onvoorzichtigheid enz. een overtreding heeft gemaakt en de belastingplichtige «ter kwader trouw» die met bedrieglijk oogmerk heeft gehandeld.