Art. 5. § 1. Avant qu'un mineur ne puisse participer à une épreuve ou à une compétition, il doit avoir suivi une formation propre à la discipline sportive conformément à la disposition de l'article 3, § 3, deuxième alinéa, 2°, et il doit disposer des compétences exigées en vue de la participation à l'épreuve ou à la compétition.
Art. 5. § 1. Vooraleer de minderjarige aan een proef of wedstrijd kan deelnemen, moet hij een sporttakspecifieke opleiding gevolgd hebben overeenkomstig de bepaling van artikel 3, § 3, tweede lid, 2°, en moet hij over de vaardigheden beschikken die vereist zijn voor de proef of de wedstrijd.