3. invite la Commission à proposer des normes juridiques communes et des modèles d'intégration et de coopération entre les États membres; demande à la Commission, notamment, de présenter, sur la
base d'un rapport d'évaluation relatif à la mise en œuvre de la décision-cadre
sur la criminalité organisée et au vu des législations nationales les plus avancées, une proposition législative contenant une définition commune de la criminalité organisée qui couvrirait, entre autres, le délit d'association de type mafieux en mettant l'accent su
...[+++]r l'orientation entrepreneuriale des organisations criminelles de ce type et le pouvoir d'intimidation qu'elles exercent, compte tenu de l'article 2, point a), de la convention des Nations unies contre la criminalité transnationale organisée; souligne que les propositions de l'Union relatives aux dispositions de droit pénal matériel doivent être conformes aux droits fondamentaux et aux principes de subsidiarité et de proportionnalité, ainsi qu'aux positions exprimées dans la résolution Parlement européen du 22 mai 2012 sur une approche de l'Union européenne en matière de droit pénal; 3. verzoekt de Commissie gemeenschappelijke normen van rechtspleging en modellen voor integratie en samenwerking tussen de lidstaten voor te stellen; verzoekt de Commissie in het bijzonder, op basis van een evaluatieverslag over de uitvoering van het kaderbesluit inzake de bestrijding van georganiseerde criminaliteit en voortbouwend op de meest geavanceerde wetgeving van de lidstaten, met een wetgevingsvoorstel te komen tot vaststelling van een gemeenschappelijke omschrijving van het begrip „georganiseerde misdaad”, waarin o.a. deelname aan een maffiose organisat
ie als een misdrijf moet worden gedefinieerd, om duidelijk aan te geven dat
...[+++] dergelijke criminele groeperingen bedrijfsgeoriënteerd te werk gaan en intimidatie als machtsmiddel gebruiken, mede gelet op artikel 2 (a) van het Verdrag van de Verenigde Naties tegen grensoverschrijdende georganiseerde misdaad; benadrukt dat de beoogde voorstellen tot invoering van materieel-strafrechtelijke EU-bepalingen wel de grondrechten en de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid in acht dienen te nemen, alsook de standpunten die het Parlement heeft bepleit in zijn resolutie van 22 mei 2012 over een EU-aanpak van het strafrecht;