13. souligne que les programmes et les projets ne doivent pas être trop fragmentaires; considère que le mode d'exécution et son coût, ainsi que ceux du contrôle et du suivi, doivent avoir une certaine souplesse et être proportionnés à la taille du programme ou du projet; invite les États membres et la Commission à évaluer quel serait le niveau convenable de gestion et de suivi en ce qui concerne les interventions de petite taille;
13. benadrukt dat de programma's en projecten niet te versnipperd mogen zijn; is van mening dat het beheer en de kosten daarvan, alsmede de controle en het toezicht, flexibel moeten zijn en afgestemd moeten zijn op de omvang van het programma of het project; verzoekt de lidstaten en de Commissie te beoordelen welke mate van beheer en toezicht passend is voor kleinschalige projecten;