On peut donc dire qu'en période de croissance économique et de faible chômage, la main d'œuvre est puisée dans l'agriculture, d'où une accélération de la mise en œuvre des technologies permettant la réduction des besoins en main d'œuvre et la modification des structures agricoles.
Men kan dus stellen dat de beroepsbevolking in tijden van economische groei en lage werkloosheid uit de landbouw wordt "gezogen", hetgeen zorgt voor een versnelling van de invoering van technologieën die de behoefte aan mankracht beperken, en voor wijzigingen in de landbouwstructuren.