La Cour de justice admet cependant
qu'il peut arriver, dans des circonstances exceptionnelles, que les activités exercées par des forces d'intervention d'un service public de sapeurs-pompiers ne relèvent pas du champ d'application de la directive 2003/88/CE : « A cet égard, il convient de rappeler que, ainsi qu'il décou
le du point 61 de l'ordonnance Personalrat der Feue
rwehr Hamburg, précitée, les activités exercées par des forces
...[+++]d'intervention d'un service public de sapeurs-pompiers - hormis le cas de circonstances exceptionnelles d'une gravité et d'une ampleur telles que l'objectif visant à assurer le bon fonctionnement des services indispensables à la protection des intérêts publics doit prévaloir provisoirement sur celui consistant à garantir la sécurité et la santé des travailleurs affectés aux équipes d'intervention et de secours, circonstances qui ne sont pas en cause dans l'affaire au principal - relèvent du champ d'application de la directive 2003/88, de sorte que, en principe, l'article 6, sous b), de celle-ci s'oppose au dépassement du plafond de 48 heures prévu pour la durée maximale hebdomadaire de travail, y compris les services de garde » (ibid., point 44).Het Hof van Justitie geeft even
wel toe dat, in uitzonderlijke omstandigheden, de activiteiten van interventieteams van een openbaar brandweerkorps mogelijk niet onder de werkingssfeer van richtlijn 2003/88/EG vallen : « Dienaangaande moet eraan worden herinnerd dat blijkens punt 61 van de reeds aang
ehaalde beschikking Personalrat der Feuerwehr Hamburg, de activiteiten van interventieteams van een openbaar brandweerkorps - afgezien van uitzonderlijke omstandigheden van zodanige ernst en omvang dat het verzekeren van de goede werking va
...[+++]n de voor de bescherming van de algemene belangen onontbeerlijke diensten voorlopig voorrang moet krijgen boven het verzekeren van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers van de interventie - en de hulpteams, welke omstandigheden in het hoofdgeding niet aan de orde zijn - vallen binnen de werkingssfeer van richtlijn 2003/88, zodat artikel 6, sub b, zich in beginsel ertegen verzet dat de maximale wekelijkse arbeidstijd, met inbegrip van de beschikbaarheidsdienst, meer dan 48 uren bedraagt » (ibid., punt 44).