Il confirme le principe du traitement intégral des dossiers répressifs individuels par le procureur du Roi, y compris en degré d'appel et devant la cour d'assises, comme prévu à l'article 138 du Code judiciaire inséré par la loi du 22 décembre 1998 sur l'intégration verticale du ministère public, le parquet fédéral et le conseil des procureurs du Roi.
Het herbevestigt het principe van de integrale afhandeling van de individuele strafdossiers door de procureur des Konings, ook in hoger beroep en voor het hof van assisen, zoals verankerd in artikel 138 van het Gerechtelijk Wetboek, ingevoegd bij de wet van 22 december 1998 betreffende de verticale integratie van het openbaar ministerie, het federaal parket en de raad van procureurs des Konings.