La Cour constitutionnelle, dans son arrêt nº 35/2008 du 4 mars 2008, a considéré que l'article 71, alinéa 3, de la loi du 8 juillet 1976 organique des centres publics d'action sociale porte une atteinte disproportionnée aux droi
ts de la défense du demandeur d'aide sociale qui se trouve confronté à une absence de décision du CPAS et que par ailleurs, il crée une différence de traitement qui n'est pas raisonnablement justifiée entre le demandeur
d'aide sociale et les assurés sociaux à l'égard desquels l'article 23, alinéa 2, de la Charte de l'assuré social
...[+++]dispose que le recours exercé à l'encontre d'une institution de sécurité sociale doit être introduit dans les trois mois « à dater de la constatation de la carence de l'institution ».In arrest nr. 35/2008 van 4 maart 2008, heeft het Grondwettelijk Hof geoordeeld dat artikel 71, derde lid, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn de rechten op verdediging van de aanvrager van maatschappelijke dienstverlening bij ontstentenis van een beslissing van het OCMW te veel inperkt en dat het overigens aanleiding geeft tot een verschil in behandeling dat niet redelijk is verantwoord, tussen de aanvrager van maatschappelijke dienstverlening en de sociaal verzekerden voor wie artikel 23, tweede lid, van het Handvest van de sociaal verzekerde bepaalt dat het beroep tegen een instelling va
n sociale zekerheid moet worden in ...[+++]gesteld binnen drie maanden « na de vaststelling van het in gebreke blijven van de instelling ».