L'épreuve d'aptitude est présentée devant une commission d'examen, composée d'un conseiller ou d'un conseiller émérite à une Cour d'appel, de deux avocats inscrits au tableau et d'un professeur ou chargé de cours enseignant le droit dans une université belge, qui ne peut être avocat (article 428quater , § 3, du Code judiciaire).
Het bekwaamheidsexamen wordt afgelegd voor een examencommissie samengesteld uit een raadsheer of een emeritus-raadsheer in een hof van beroep, uit twee advocaten ingeschreven op het tableau en uit een hoogleraar of docent in de rechten aan een Belgische universiteit, die geen advocaat mag zijn (artikel 428quater , § 3, van het Gerechtelijk Wetboek).