11. souligne qu'il y aurait lieu de promouvoir également, et surtout, dans le secteur des industries culturelles et créatives, la collaboration sous forme d'un engagement volontaire entre détenteurs des droits, auteurs, gestionnaires de plateformes, intermédiaires et utilisateurs finaux; souligne que l'efficacité d'un tel engagement volontaire doit être examinée rapidement par la Commission et que, le cas échéant, de nouvelles mesures législatives sont nécessaires;
11. wijst erop dat samenwerking, ook en met name in de culturele en creatieve sector, tussen houders van rechten, kunstenaars, platformexploitanten, tussenpersonen en eindgebruikers gestimuleerd moet worden en dat deze samenwerking zich moet richten op het herkennen van IER-inbreuken in een vroeg stadium en bijvoorbeeld zou kunnen plaatsvinden in de vorm van een vrijwillige verbintenis; benadrukt dat de doeltreffendheid van een dergelijke vrijwillige verbintenis door de Commissie tijdig geëvalueerd moet worden en dat hiertoe wellicht nadere wetgevingsmaatregelen vastgesteld moeten worden;