§ 1. Pour autant que cela soit nécessaire à l'accomplissement des missions définies à l'article 131, les membres du Conseil central de surveillance pénitentiaire ont librement accès à tous les endroits des prisons et ont le droit de consulter sur place, sauf exceptions prévues par la loi, tous les livres et documents se rapportant à la prison et, moyennant l'accord écrit préalable du détenu, toutes les pièces contenant des informations individuelles le concernant.
§ 1. Voor zover dit voor de uitoefening van de taken omschreven in artikel 131 noodzakelijk is, hebben de leden van de Centrale Toezichtsraad voor het Gevangeniswezen vrije toegang tot alle plaatsen in de gevangenis en hebben zij het recht om ter plaatse, behoudens wettelijk bepaalde uitzonderingen, alle op de gevangenis betrekking hebbende boeken en bescheiden in te zien, en mits voorafgaande schriftelijke instemming van de gedetineerde, van alle stukken die individuele gegevens bevatten van de gedetineerde.