Traduction de «des zones d'aulnaies-frênaies » (Français → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

aulnaie-frênaie mésotrophe
mesotroof elzen-essenbos

aulnaie-frênaie de sources et de ruisseaux
elzen-essenbos van bronnen en bronbeken

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Considérant l'intérêt du site qui présente au moins un habitat d'intérêt communautaire, l'aulnaie-frênaie, et qui joue un rôle essentiel dans le maillage écologique de cette région;
Gelet op het belang van de locatie die minstens een habitat van communaurair belang omvat, het elzen-essenbos, en die een centrale rol vervult in het ecologische netwerk van deze streek;

Des mégaphorbiaies rivulaires à reine des prés bordent certains tronçons du cours d'eau conjointement ou en alternance avec des cordons d'aulnaies-frênaies rivulaires des cours d'eau rapides.
Oeverse ruigten met moerasspirea omzomen verschillende gedeelten van de waterloop, samen of afwisselend met randen van oeverse elzen-essenbossen van snelle waterlopen.

Le site est constitué de coupures (bras morts) et de complexes marécageux où se retrouvent des boisements alluviaux (aulnaie-frênaie alluviale de Callenelle, vieille peupleraie et aulnaies alluviales de Hollain et de Wiers...), des milieux humides plus ouverts (mégaphorbiaies, prairies humides, magnocariçaie, roselières...) et enfin des prés de fauche.
De locatie bestaat uit afdammingen (dode armen) en uit moerascomplexen waar alluviale bebossingen (alluviale elzen-essenbos van Callenelle, oude populierenaanplanting en alluviale elzenbossen van Hollain en Wiers ...) te vinden zijn, alsook uit vochtige milieus die meer open zijn (ruigten, vochtige weiden, grote zeggenvegetaties, rietvelden ...) en, ten laatste, uit maaiweiden.

Le site présente des zones forestières importantes comprenant de très belles parties de hêtraies acidiphiles, de chênaies à jacinthe des bois (Hyancinthoides non-scripta), d'aulnaies-frênaies alluviales sur humus doux, de frênaies à laîches, de suintements avec sphaignes, d'anciennes sablières plus ou moins recolonisées.
De locatie bevat aanzienlijke bosgebieden met opmerkelijke bestanddelen van zuurminnende beukenbossen, eikenbossen met boshyacinten (Hyancinthoides non-scripta), alluviale elzen-essenbossen op milde humus, essenbossen met zeggen, veenmos, voormalige zandgroeven die opnieuw min of meer worden gekoloniseerd.

On y observe des forêts feuillues (hêtraie acidiphile atlantique, hêtraie-chênaie acidiphile et chênaie pédonculée acidiphile) recouvrant le site à 50 % aux côtés des forêts de résineux, des zones d'aulnaies-frênaies et de saulaies généralement bien représentées.
Op te merken valt, dat 50% van deze locatie loofbossen zijn (Atlantische zuurminnende beukenbossen, zuurminnende beuken- en eikenbossen en zuurminnende eikenbossen) naast bossen van naaldbomen, gebieden met elzen-essenbossen en wel vertegenwoordigd wilgenstruweel.

Dans les fonds de vallées de plusieurs ruisseaux, on rencontre de petites aulnaies marécageuses et oligotrophes à sphaignes, des petites zones de boulaies tourbeuses (91D0*) ainsi que des aulnaies-frênaies riveraines (91E0*).
In de valleibodems van verschillende beken worden moerassige en oligotrofe elzenbossen met veenmossen, kleine gebieden van veenachtige berkenbossen (91D0*) alsook oeverelzen-essenbossen (91E0*) aangetroffen.

Sur ces sols tantôt acides, tantôt calcaires, se développent des forêts riches et diversifiées: hêtraies acidophiles, chênaies calcicoles, érablières de ravins, aulnaies alluviales, chênaies-frênaies neutrophiles.
Op deze bodems die nu eens zuur, dan weer kalkhoudend zijn, ontwikkelen zich rijke en verschillende bossen: zuurminnende beukenbossen, kalkhoudende eikenbossen, esdoornbossen in ravijnen, alluviale eikenbossen, neutrofiele eiken-essenbossen.

Certaines zones schisteuses et les fonds de vallées sont occupés par des chênaies-frênaies plus humides, tandis que les cours d'eau sont bordés de forêts alluviales.
Sommige schistgebieden en de valleibodems worden ingenomen door vochtigere eiken-essenbossen, terwijl de waterlopen met alluviale bossen worden omzoomd.

Les zones plus humides liées aux fonds de vallées et aux suintements abritent quant à elles des chênaies-frênaies climaciques et des forêts alluviales.
De meest vochtige gebieden gebonden aan de valleibodems en aan de doorsijpelingsgebieden zijn dan weer de habitat vanclimax-eiken-essenbossen en alluviale bossen.

Cette unité de gestion comprend des forêts alluviales (91E0*), des chênaies climaciques sur terrasses alluviales (9160) ou sur sol hydromorphe (9160) ainsi que des habitats de reproduction et de nourrissage pour une population régulière de pic noir (A236), de pic mar (A238), de vespertilion à oreilles échancrées (1321), de grand murin (1324) et de grand rhinolophe (1304) En zone forestière, cette unité comprend essentiellement de la chênaie-frênaie climacique sur les terrasses hautes des ruisseaux de Koenigsbourg et du Schleischmülhen, souvent en transition avec une aulnaie-frênaie en se rapprochant des berges.
Die beheerseenheid omvat alluviale bossen (91E0*), climax-eikenbossen op alluviale terrassen (9160) of op hydromorfe bodem (9160), alsmede habitats voor de voortplanting en het voeden van een regelmatige bevolking van zwarte spechten (A236), van middelste bonte spechten (A238), ingekorven vleermuizen (1321), vale vleermuizen (1324) en grote hoefijzerneuzen (1304). In de bosgebieden omvat die eenheid voornamelijk climax-eikenbossen op de hoge terrassen van de beken van Koenigsbourg en Schleischmülhen, vaak in overgang met een elzen-essenbos die de oevers nadert.