Art. 59. § 1. La garde de nuit est assurée par un praticien de l'art infirmier, si au moins les deux tiers des résidents nécessitent des soins ou une aide pour les actes de la vie journalière (catégories de dépendance B et C prévues par l'arrêté ministériel du 6 novembre 2003 fixant le montant et les conditions d'octroi de l'intervention visée à l'article 37, § 12, de la loi relative à l'assurance obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994, dans les maisons de repos et de soins et dans les maisons de repos pour personnes âgées (article 60, § 2, 3°).
Art. 59. § 1. De nachtbewaking wordt verzekerd door een verpleger, indien tenminste twee derde van de residenten verzorging of hulp nodig hebben bij hun dagelijkse levenshandelingen (afhankelijkheidscategorieën B en C voorzien in het ministerieel besluit van 6 november 2003 ter vaststelling van het bedrag en de toekenningsvoorwaarden van de subsidie bedoeld in artikel 37, § 12, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, in de rust-en verzorgingshuizen en in de rustoorden voor bejaarden (artikel 60, § 2, 3°).