Si la discrimination est établie sur le plan matériel, celui qui en sera accusé devra prouver l'existence d'une justification objective et d'un lien raisonnable de proportionnalité entre la discrimination et l'objectif poursuivi.
Indien de discriminatie materialiter vaststaat, zal degene die daarvan beschuldigd wordt, moeten bewijzen dat er een objectieve rechtvaardigingsgrond is en dat er een redelijk verband van evenredigheid bestaat met het door hem nagestreefde doel.