Art. 2. Le travailleur qui remplit la fonction ou le mandat de bourgmestre, d'échevin, de président ou de membre d'un bureau de conseil de district ou de président de centre public d'aide sociale qui désire, pour la première fois dans le cadre de cette fonction ou de ce mandat, s'abs
enter du travail ou suspendre l'exécution de son contrat de travail pour l'exercice de sa foncti
on ou de son mandat devra établir la preuve de son mandat ou de sa fonction préalablement à l'exercice de ce droit ou au plus tard en même temps que l'informat
...[+++]ion visée à l'article 3 ou 4.
Art. 2. De werknemer die het ambt of het mandaat van burgemeester, schepen, voorzitter of lid van een bureau van een districtsraad of voorzitter van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn opneemt en die, voor de eerste maal in het kader van dit ambt of mandaat, van het werk afwezig wenst te zijn of de uitvoering van zijn arbeidsovereenkomst wil schorsen voor de uitoefening van zijn ambt of mandaat, zal, voorafgaand aan de uitoefening van dit recht of ten laatste op het moment waarop de in artikel 3 of 4 bedoelde informatie wordt gegeven, het bewijs moeten leveren van zijn mandaat of ambt.