1. Les États membres peuvent fournir un soutien financier public exceptionnel au moyen d’instruments de stabilisation financière supplémentaires conformément au paragraphe 3 du présent article, à l’article 37, paragraphe 10, et au cadre d’aides
d’État de l’Union, afin de participer à la résolution de la défaillance d’un établissement ou d’une entité visé à l’article 1er, paragraphe 1, point b), c) ou d), y com
pris en intervenant directement afin d’éviter sa liquidation, en vue d’atteindre les objectifs de la résolution visés à l’artic
...[+++]le 31, paragraphe 2, à l’égard de l’État membre ou de l’Union dans son ensemble.
1. De lidstaten mogen in overeenstemming met lid 3 van dit artikel, artikel 37, lid 10, en met het kader voor staatssteun van de Unie buitengewone openbare financiële steun verlenen door middel van aanvullende instrumenten voor financiële stabilisatie om in de afwikkeling van een instelling of een entiteit als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder b), c) of d), te participeren, waaronder door rechtstreeks in te grijpen om de liquidatie ervan te voorkomen, teneinde de in artikel 31, lid 2, genoemde afwikkelingsdoelstellingen te verwezenlijken met betrekking tot de lidstaat of de Unie als geheel.