Compte tenu de l'interdépendance des demandes d'approbation au titre de la directive 2009/138/CE, lorsqu'elle demande l'approbation d'un élément de fonds propres auxiliaires, l'entreprise d'assurance ou de réassurance devrait informer l'autorité de contrôle de l'existence d'autres demandes en cours ou prévues au cours des six prochains mois quant aux éléments visés à l'article 308 bis, paragraphe 1, de la directive 2009/138/CE.
Wegens de onderlinge samenhang tussen de verschillende goedkeuringsaanvragen op grond van Richtlijn 2009/138/EG dient de verzekerings- of herverzekeringsonderneming, wanneer zij een aanvraag tot goedkeuring van een aanvullendvermogensbestanddeel indient, de toezichthoudende autoriteit in kennis te stellen van andere aanvragen met betrekking tot de in artikel 308 bis, lid 1, van Richtlijn 2009/138/EG genoemde elementen, die in behandeling zijn of in de eerstkomende zes maanden zijn voorgenomen.