Dans son avis (do c. Chambre, nº 1716-1, 97/98, p. 41), le Conseil d'État a estimé que cette disposition, qui concerne la compétence du président du tribunal de commerce d'ordonner la cessation des actes qui constituent une infraction aux dispositions du projet, devait faire l'objet de la procédure bicamérale complète visée à l'article 77 de la Constitution.
In zijn advies (Stuk Kamer, nr. 1716-1, 97/98, blz. 41) was de Raad van State van oordeel dat deze bepaling, die betrekking had op de bevoegdheid van de voorzitter van de rechtbank van koophandel om de staking te bevelen van daden die een inbreuk uitmaken op de bepalingen van het ontwerp, onderworpen moest worden aan de volledige bicamerale procedure als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.