Art. 69. Lorsque le conseil d'administration du fonds se trouve dans l'impossibilité de remplir son mandat, notamment par suite d'une divergence d'opinion insoluble, il est mis en demeure, endéans les trois mois, par le président de la Commission paritaire pour les services de gardiennage et/ou de surveillance, après en avoir été dûment et immédiatement informé par le président du fonds, par envoi recommandé.
Art. 69. Wanneer de raad van bestuur van het fonds in de onmogelijkheid verkeert om zijn mandaat te vervullen, onder meer ten gevolge van een onoplosbaar meningsverschil, wordt hij binnen de drie maanden door de voorzitter van het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten in gebreke gesteld, nadat die daarvan naar behoren en onmiddellijk door de voorzitter van het fonds per aangetekende brief in kennis is gesteld.