En outre, l'Allemagne, la Grèce, les Pays-Bas et l'Autriche se sont engagés à prévoir dans leur droit interne que dès lors qu'une question d'interprétation concernant la Convention relative à la fraude ou un de ses Protocoles sera soulevée devant une juridiction dont les décisions ne sont pas susceptibles d'un recours, cette instance sera tenue de saisir la Cour de Justice des Communautés européennes.
Bovendien hebben Duitsland, Griekenland, Nederland en Oostenrijk verklaard dat zij in hun interne recht zullen bepalen dat, wanneer een vraag die betrekking heeft op de uitlegging van de Fraudeovereenkomst of één van haar Protocollen, aan de orde komt in een rechterlijke instantie waarvan de beslissingen niet vatbaar zijn voor hoger beroep, deze instantie de zaak bij het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen moet voorleggen.