«Tonda gentile romana»: f
orme de la noisette dans sa coque: sous-sphéroïdale avec l'apex légèrement en pointe; dimension d'un calibre variant de 1
4 à 25 mm; coque d'épaisseur moyenne, de couleur noisette, au brillant modéré, avec duvet fourni à l'apex et de nombreuses veines apparentes; graine moyenne à petite, de forme variable sous-sphéroïdale, d'une couleur comparable à celle de la coque, le plus souvent recouverte de fibres, surface cannelée et sillons plus ou moins apparents, dimension
...[+++]s moins régulières par rapport à la noisette en coque; périsperme d'épaisseur moyenne non complètement détachable à la torréfaction; texture compacte et croquante; saveur et arôme extrêmement fins et persistants.De Tonda Gentile Romana in de dop heeft een bijna afgeplatte bolvorm met een licht puntig uiteinde en afmetingen tussen 14 mm en 25 mm. De dop is van gem
iddelde dikte, hazelnootbruin, met een flauwe glans, met een viltige beharing rondom het uiteinde en talloze opvallende strepen. De pitten zijn van gewoon tot klein formaat en hebben een afwisselend bijna afgeplatte bolvorm, in dezelfde kleur als de dop. Het grootste deel ervan is bedekt met vezels, heeft een rimpelig oppervlak en min of meer opvallende strepen, en de afmetingen wijken af van die van de noot in de dop; het kiemhulsel heeft een gemiddelde dikte en laat bij het roosteren
...[+++]niet volledig los. De textuur is compact en krokant en de smaak en het aroma zijn verfijnd en doordringend.