CHAPITRE II. - Dispositions générales Art. 3. La finalité de la formation de base consiste à doter l'aspirant inspecteur des compétences professionnelles de base afin qu'il soit à même : 1° d'accomplir l'ensemble des missions de police administrative et de police judiciaire qu'implique l'exercice de la fonction policière au sein du cadre de base ainsi que d'assumer l'ensemble des tâches qui résultent de sa compétence au sein des services de police; 2° d'entamer une carrière dans tout emploi non spécialisé du cadre de base.
HOOFDSTUK II. - Algemene bepalingen Art. 3. De finaliteit van de basisopleiding bestaat erin de aspirant-inspecteur de professionele basiscompetenties bij te brengen zodat hij in staat is om : 1° het geheel van taken van bestuurlijke en gerechtelijke politie verbonden aan de uitoefening van het politieambt binnen het basiskader te vervullen, alsook het geheel van de taken die voortvloeien uit zijn bevoegdheid binnen de politiediensten op zich te nemen; 2° een loopbaan aan te vangen in elke niet-gespecialiseerde betrekking binnen het basiskader.