La seconde hypothèse est visée par l'article 116, § 2 proposé par le présent amendement, qui prévoit que, lorsque s'ouvre une succession à laquelle est appelée une personne disparue, cette succession est dévolue aux personnes qui viendraient à la succession si cette personne était décédée, à charge d'en dresser inventaire.
Het tweede geval wordt geregeld door het bij dit amendement voorgestelde artikel 116, § 2. Die paragraaf bepaalt dat wanneer de verdwenen persoon geroepen wordt tot een erfenis, deze vervalt aan de personen die zouden erven als de betrokkene overleden was, op voorwaarde dat zij een boedelbeschrijving doen opmaken.