V. 9. reconnaît le droit légitime d'Israël de protéger ses citoyens, mais exhorte Israël, dans l'exercice de ce droit, à tout mettre en œuvre pour éviter de faire des victimes dans la population civile, à s'abstenir d'aggraver la situation humanitaire et économique du peuple palestinien et à s'abstenir de toute mesure ne respectant pas le droit international, notamment les exécutions extrajudiciaires;
V. 9 erkent het legitieme recht van Israël om zijn burgers te beschermen, maar dringt er bij Israël op aan bij de uitoefening van dat recht al het mogelijke te doen om te voorkomen dat er slachtoffers onder de burgerbevolking vallen, niets te ondernemen waardoor de benarde humanitaire en economische situatie van de Palestijnse bevolking verergert en af te zien van maatregelen die niet in overeenstemming zijn met het internationale recht, zoals buitengerechtelijke executies;