Deuxièmement, il apparaît que l'article 264, alinéa 1 , 2º, CIR1992, en vigueur avant sa modification par la L 24 décembre 2002, était vide de sens, étant donné qu'avant l'entrée en vigueur de cette loi, l'article 21, 2º, CIR 92, prévoyait que les bonis de liquidation, d'origine belge ou étrangère, ne constituaient pas des revenus de capitaux et biens mobiliers imposables, de sorte que la question de la débition (et a fortiori de l'exonération) du précompte mobilier était sans objet.
Ten tweede blijkt het dat artikel 264, 1e lid, 2º, WIB1992, zoals het van toepassing was vóór de wijziging ervan door de W 24 december 2002, zonder voorwerp was, aangezien vóór de inwerkingtreding van die wet, artikel 21, 2º, WIB 92 voorzag dat de vereffeningsuitkeringen van Belgische of buitenlandse oorsprong, geen belastbare inkomsten van roerende goederen en kapitalen vormden zodat de vraag inzake de roerende voorheffing (en bijgevolg ook de vrijstelling ervan) zonder voorwerp was.